Muziek

De basis van het repertoire van Capella Vacalis is het gregoriaans. Er wordt vaak uit zeer oude handschriften gezongen.

Capella Vacalis bestudeerde als eerste project de meerstemmige mis ‘La Messe de Nostre Dame’ van Guillaume de Machaut. Daarnaast is ook het Cancionero de Segovia (liedboek van Segovia) een bron waaruit we graag zingen. Op deze pagina geven we wat achtergronden van het Cancionero de Segovia en over Guillaume de Machaut.

Verder heeft Capella Vacalis kennisgemaakt met de oude Spaanse componist Juan de Anchieta en de Frans-Vlaamse meester Josquin des Prez. Van Anchieta hebben we het Magnificat en de Missa Rex Virginum bestudeerd en van Josquin de Missa Mater Patris, gebaseerd op een motet van Antoine Brumel.

Guillaume de Machaut (ca. 1300 – april 1377) werd waarschijnlijk geboren in Reims. Over zijn leven is weinig bekend. Hij werd in ca. 1323 secretaris van Jan van Luxemburg (koning van Bohemen) met wie hij vele reizen maakte, waaronder naar Polen, Italie, Duitsland en Rusland. Rond 1340 werd Jan van Luxemburg door blindheid getroffen en moest zijn avontuurlijke leven opgeven. Guillaume de Machaut vestigde zich toen aanvankelijk in Parijs en later in Reims, waar hij kanunnik werd en zich wijdde aan de muziek en de dichtkunst. Machaut bleef in Reims tot aan zijn dood in 1377. In heel Europa werd hij gezien als de belangrijkste componist van zijn tijd, die muziek en poezie schreef voor de grote hoven van deze periode. Machaut kan in de muziekgeschiedenis gezien worden als een overgangsfiguur tussen conservatisme en innovatie, tussen hen die al hun inspanningen richten op het behouden van de tradities van de vorige eeuw en hen die vochten voor nieuwe ideeen.

La Messe de Nostre Dame van Guillaume de Machaut is een aan Maria opgedragen polyfone mis die stamt uit 1363. Letterlijk betekent het ‘De mis van onze dame’. Voor zover bekend is dit het oudste voorbeeld van een mis die kan toegeschreven worden aan één componist. De mis kenmerkt zich door een hechte eenheid die in nog oudere missen ontbreekt. Capella Vacalis zingt uit het manuscript dat bekend staat als het Vogue manuscript en is het oudste en wellicht mooiste handschrift dat tijdens Machaut’s leven werd vervaardigd. De mis is, zoals kenmerkend voor de 13de eeuwse motettraditie, gefundeerd op het gregoriaans. In de meeste misdelen is de gregoriaanse melodie duidelijk te horen in de tenorpartij. De katholieke eredienst wordt nog altijd grotendeels bepaald door een opeenvolging van gezangen. Elke mis bestaat uit de vaste onderdelen (Ordinarium): Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus en Agnus Dei. Ook de Messe de Nostre Dame bestaat uit deze delen, daarbij heeft Machaut ook de afsluiting van de mis gecomponeerd in het ‘Ite missa est’.

Cancionero de Segovia (liedboek van Segovia).
Het liedboek werd samengesteld aan het einde van de regering van koningin Isabella I van Castilië (en koning Ferdinand II van Aragón) tussen 1499 en 1503. Het handschrift kwam in het bezit van de Biblioteca del Real Alcázar de Segovia (de koninklijke paleisbibliotheek in de Spaanse stad Segovia) en later belandde het op onbekende wijze in de kathedraal van Segovia, waardoor het ontsnapte aan de brand waaraan het Alcázar mét zijn schatten in 1862 ten prooi viel. De bundel bevat een omvangrijk repertoire aan werken van vooral Spaanse, Franse en Nederlandse componisten.
De codex telt 228 genummerde vellen papier en is van gemiddeld formaat (291 op 215 mm); het beschreven oppervlak bedraagt 239 op 166 mm. Het eerste deel, tot folium 206, bevat meer dan 150 werken uit het repertoire van de Nederlandse polyfonisten. Het tweede deel, van folio 207 tot 228, begint met de aantekening: ‘Aquj comjensan las obras castellanas’ (hier beginnen de Castiliaanse werken). Dit deel bevat 40 werken waarvan 37 in het Castiliaans, 2 in het Latijn en 1 tekstloos.
De codex bestaat in het totaal uit 204 werken in vijf verschillende talen (74 in het Latijn, 50 in het Frans, 38 in het Castiliaans, 34 in het Nederlands en 8 in het Italiaans). Daarvan zijn er 97 alleen in deze codex terug te vinden. De stukken zijn van de hand van een groot aantal componisten, onder wie: Jacob Obrecht, Heinrich Isaac, Alexander Agricola, Loyset Compère, Juan de Anchieta, Josquin Desprez, Antoine Brumel. Er zijn ook werken bij die niet zijn toe te wijzen aan een componist (anoniem).
In het liedboek zijn werken opgenomen met zowel geestelijke als wereldlijke onderwerpen. Onder de genres die zijn vertegenwoordigd vinden we missen, motetten, villancico‘s, chansons en instrumentale stukken. De stukken gaan van eenvoudige Castiliaanse werken tot complexe composities.